Kwartiermaken komt als begrip vanuit het leger: kwartiermakers verkennen de omgeving om een goede plek te bepalen, en ze creëren ruimte door de omgeving passend in te richten. In het sociaal domein introduceerde Doortje Kal deze term in de jaren negentig om ruimte te maken voor kwetsbaarheid. Ook wilde ze daarmee de kracht van mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid benadrukken. Met kwartiermaken vroeg ze aandacht voor de rol van de samenleving. Breder geformuleerd doelt kwartiermaken op het realiseren van een open houding vanuit de omgeving voor het nieuwe.

Ongemak

Ervaringskennis als kennisbron is relatief nieuw. Het lijkt soms op gespannen voet te staan met wetenschappelijke en vakkennis. De inbreng van ervaringskennis kan ook door andere redenen spanning oproepen: ervaringsdeskundigen stellen met ervaringskennis bijvoorbeeld bestaande opvattingen over goede zorg, bestuur, beleid of machtsverhoudingen ter discussie. Het bieden van een stem aan ervaringen die pijnlijk, intens en schadelijk zijn geweest, kan daarnaast erg ongemakkelijk zijn. Daarom is ook voor het werken met ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid kwartiermaken nodig.

Er zijn diverse handreikingen en publicaties die organisaties ondersteunen om naar een meer open houding toe te werken. Veel van deze handreikingen starten met een verkenning waarmee de organisatie kan vaststellen of ze voldoende openstaat voor nieuwe kennisbronnen en diens vertegenwoordigers. Vervolgens gaat het om het toerusten van de medewerkers in de organisatie. Er wordt gewerkt aan de acceptatie van ervaringskennis als gelijkwaardige kennisbron en aan een gelijkwaardige samenwerking tussen ervaringsdeskundigen en andere medewerkers.