Van ervaringsdeskundigheid zijn verschillende omschrijvingen. Daarbij wordt ook vaak onderscheid gemaakt tussen ervaringen, ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid. Soms wordt het hebben van de ervaring al gezien als ervaringsdeskundigheid. In een groot aantal praktijken en omschrijvingen spreekt men pas van ervaringsdeskundigheid wanneer mensen hebben geleerd via scholing en/of praktijkervaring hoe ze (collectieve) ervaringskennis kunnen inzetten ten behoeve van anderen. Bijvoorbeeld in de ondersteuning van anderen bij hun persoonlijke herstelproces, maar ook in beleid en het verbeteren van de inrichting van het zorgsysteem.

Een vraag is of ervaringsdeskundigheid verbonden is aan een specifieke kwetsbaarheid of probleem. In sommige definities staat centraal dat ervaringsdeskundigheid niet gestoeld is op een bepaalde problematiek, maar op ervaringen met ontwrichting, sociale uitsluiting, herstel en gevoelens van machteloosheid, eenzaamheid en rouw die hierbij een rol spelen. Maar in de praktijk kan er wel behoefte zijn aan ervaringsdeskundigheid op een specifiek gebied.

Verschillende modellen rondom ervaringsdeskundigheid

  • Het model van Hilko Timmer (2009) over ervaringsdeskundigheid. Lees er hier meer over;
  • Het model van Ansem en Jurrius (2021) over stromingen in ervaringsdeskundigheid. Ook staat in dit schema hoe de verschillende kennisbronnen wetenschappelijke kennis, professionele kennis en ervaringskennis allen een gelijkwaardige inbreng hebben. Lees er hier meer over;
  • De door Jansen (2023) onderscheiden stromingen rondom ervaringsdeskundigen. Lees er hier meer over;
  • Het lemniscaat van Dermaux, Mulder & Sok (2024) met daarin hoe ervaringskennis toe te passen in beleid. Lees er hier meer over.

Voor meer informatie over waar (individuele en collectieve) ervaringskennis over gaat, zie het thema Ervaringskennis.